Inloggen Inschrijven
Door Anna Berlee in Nieuwsbrief —

#1 De Privacy Nieuwsbrief

Conchita Wurst, camera's op/in onrustig vaarwater en weer beweging in de bewaarplicht?

Beste lezer,

Leest u deze nieuwsbrief op het werk? Geef dan gerust even een glimlach naar de camera. Uit recent onderzoek van CNV blijkt namelijk dat digitale monitoring op de werkvloer ook dit jaar toeneemt.

"Bij bijna 1 op de 5 werknemers monitort de werkgever met digitale software of ze aan het werk zijn. Ook wordt bij 17% gemonitord hoe ze hun werk uitvoeren. Bij 24% hangen camera’s op het werk. Ruim een kwart stelt dat de digitale monitoring van hun werkzaamheden toeneemt."

Toch is enige nuance belangrijk: slechts 5% van de respondenten zegt dat er specifiek met camera’s toezicht wordt gehouden. Over camera’s gesproken, in deze editie nemen we u mee in maar liefst zeven (!) interessante uitspraken over het gebruik van camera’s. Eén uitspraak staat daarbij extra in de schijnwerpers. Deze gaat diep in op de grondslag ‘gerechtvaardigd belang’ (art. 6(1)(f) AVG) en de manier waarop de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) hierop handhaaft. De rechtbank doorloopt hierin heel gestructureerd alle stappen die bij deze grondslag horen, inclusief interessante overwegingen over het oude standpunt van de AP en de impact van het KNLTB-arrest.

Bovendien komt Conchita Wurst aan bod bij een zaak voor het EHRM. Het begon allemaal na de winst op het Songfestival in 2014 door Conchita Wurst, en daarmee wordt maar weer eens pijnlijk duidelijk hoe lang procedures kunnen duren. Centraal staat hier de balans tussen vrijheid van meningsuiting en de eerbiediging van het privéleven. Een thema dat overigens ook terugkomt in Nederlandse uitspraken over (on)rechtmatige perspublicaties.

Verder startte de EDPB het jaar voortvarend met conceptrichtlijnen over pseudonimisering en de publicatie van twee rapporten uit de expertpool. Een daarvan richt zich op complexe algoritmes, biasdetectie en de rechten van betrokkenen binnen AI-toepassingen.

Tot slot ook nog een boekentip voor u, mocht deze nieuwsbrief uw leeslust nog niet volledig hebben gestild.

Veel leesplezier gewenst!

Anna Berlee

🇪🇺 EU rechtspraak

  • Gerecht 8 januari 2025, T‑354/22 (Bindl v Commission). 
    Artikelen: 46, 65 Verordening 2018/1725
    Onderwerp: Internationale doorgifte en schadevergoeding
    Kort: De EU Commissie had inloggen via Facebook toegestaan voor een conferentiewebsite, waarbij het IP-adres van verzoeker naar Facebook (VS) is verzonden. Op dat moment was er geen adequaatheidsbesluit of enige andere passende waarborg. Hierdoor voldeed de Commissie niet aan de voorwaarden voor internationale doorgifte die Verordening 2018/1725 stelt (punten 187-193). Het Gerecht komt ook tot een schadevergoeding van EUR 400 (punten 194-200).
  • HvJ EU 9 januari 2025, C‑394/23 (Mousse). 
    Artikelen: 5(1)(c), 6(1), en 21 AVG
    Onderwerp : Beginsel van minimale gegevensverwerking
    Gek genoeg verwijst het HvJ EU zelf niet naar HvJ EU 1 augustus 2022, C‑184/20 (Vyriausioji tarnybinės etikos komisija), maar dat had hier ook heel logisch geweest.
  • HvJ EU 9 januari 2025, C-416/23 (Österreichische Datenschutzbehörde (Demandes excessives)). 
    Artikelen: 57(1)(f), 57(4) en 77(1) AVG.
    Onderwerp : 'buitensporig' vaak klagen, wanneer is vaak te vaak? Deze zaak is ook relevant in relatie tot inzageverzoeken.
    Kort : Het HvJ EU: "verzoeken [kunnen] niet louter op grond van het aantal ervan binnen een bepaalde periode als „buitensporig” in de zin van [art. 57(4) AVG] worden aangemerkt, aangezien als voorwaarde voor de uitoefening van de in die bepaling geboden mogelijkheid geldt dat de toezichthoudende autoriteit aantoont dat er sprake is van opzettelijk misbruik door de indiener van die verzoeken." (punt 59) Ook geeft het Hof wat meer duiding wat de toezichthouder mag doen wanneer er wel buitensporig veel verzoeken worden ingediend. Weigeren of kosten rekenen. (punten 60-70)

👩‍⚖️ EHRM rechtspraak

  • EHRM 16 januari 2025, Appl. nr. 15457/20 (AFFAIRE A.C. c. FRANCE). 
    art. 8 EVRM
    Onderwerp :     Leeftijdsbeoordeling om als minderjarige te worden erkend bij aankomst in Frankrijk. Het Hof benadrukte dat het bestaande wettelijke kader voldoende procedurele waarborgen had moeten bieden, maar dat er in het geval van A.C. praktische tekortkomingen waren.
  • EHRM 7 januari 2025, Appl. nr. 59180/15 (CASE OF MINASYAN AND OTHERS v. ARMENIA). 
    Artikelen: art. 8 en 10 EVRM.
    Onderwerp: weging vrije meningsuiting en eerbiediging persoonlijke levenssfeer.
    Kort: Conchita Wurst won in 2014 het Eurovisie Songfestival. Twee Armeense juryleden gaven haar de laagste punten en uitten publiekelijk hun afkeer, wat leidde tot kritiek op Facebook. Een krant publiceerde vervolgens persoonlijke gegevens van de critici, wat leidde tot verdere artikelen en claims. Het EHRM oordeelde dat de nationale rechter onvoldoende de verschillende belangen had gewogen. De nationale rechter ging enkel in op de vrijheid van meningsuiting en vrijwel niet op de artikel 8 EVRM geborgde rechten op eerbiediging van het privéleven (zie met name §§ 65-69).

🇳🇱 Nederlandse rechtspraak

🎥
De livestream in onrustig vaarwater

Rechtbank Noord-Nederland 9 januari 2025, ECLI:NL:RBNNE:2025:83 (Onrechtmatige livestream levert boete van EUR 375 op).

Artikelen: Artt. 5 lid 1 sub c), 6 lid 1 sub f), 6 lid 4, 13 lid 1 sub d) en 14 lid 2 sub b) AVG.

Kort : Dit is een mooie zaak over artikel 6(1)(f) AVG, waarin de rechtbank verschillende aspecten van het gerechtvaardigd belang als grondslag uitgebreid behandelt. Enkele kernpunten die aan de orde komen:Kan een verwerkingsverantwoordelijke een nieuw gerechtvaardigd belang in beroep inbrengen? Nee, dit moet vanaf het begin kenbaar zijn voor de betrokkene (zie ook artikel 13(1)(d) jo. 14(2)(b) AVG).Kan een overheidsinstantie zich beroepen op de grondslag gerechtvaardigd belang? Nee, zie r.o. 9.3.1. Deze uitspraak is vooral belangrijk voor andere procedures over de foutieve interpretatie van de AP bij stap 1 van de driestappentoets voor de grondslag gerechtvaardigd belang (art. 6 lid 1 sub f) AVG). In r.o. 9.8 t/m 9.10 wordt vastgesteld dat het mogelijk is om stappen 2 en 3 te doorlopen, zelfs als - kort gezegd - de AP een fout maakt bij de beoordeling van stap 1, mits het onderzoeksrapport hiervoor voldoende aanleiding biedt.

De rechtbank behandelt ook zeer uitgebreid stappen 2 en 3 van de driestappentoets. Hierbij maakt de rechtbank onderscheid tussen het filmen in de openbare ruimte en het filmen van bewoners van woningen die op de livestream staan weergegeven (r.o. 10.8.1). Hoewel er breed draagvlak was voor het behoud van de camera’s in het dorp en de meeste omwonenden geen bezwaar hadden, kwam de rechtbank met de AP tot de conclusie dat: “De gerechtvaardigde belangen die eiseres en derden nastreven staan niet in redelijke verhouding tot de aard van de belangen waarop met de verwerking van persoonsgegevens een inbreuk wordt gemaakt.” (r.o. 11.5) 

Toch wordt de boete van EUR 500 uiteindelijk verlaagd, niet op grond van de inhoud, maar vanwege de overschrijding van de redelijke termijn (met twee jaar en vijf maanden).

🔗 Lees vooral de hele uitspraak, dat is deze zeker waard.
  • Zes (!) overige zaken over het plaatsen van camera's
    • Rechtbank Zeeland-West-Brabant 18 december 2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:8999 (Burenruzie. Niet aangesloten camera in zijraam die zowel oprit als woning kan registreren moet weg).
    • Rechtbank Midden-Nederland 13 december 2024, ECLI:NL:RBMNE:2024:6932 (Burenruzie. Camera’s geïnstalleerd bij woning die op afstand konden worden gedraaid en geluid konden opnemen. Deze moeten worden verwijderd).
    • Rechtbank Zeeland-West-Brabant 30 september 2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:9059 (Burenruzie over de deurbelcamera).
    • Gerechtshof Amsterdam 10 januari 2025, ECLI:NL:GHAMS:2025:46 (Heimelijk maken van foto schoondochter is strafbaar).
      Artikel : art. 139h Sr. 
    • Rechtbank Zeeland-West-Brabant 10 december 2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:9063 (Camera mag blijven). 
    • Rechtbank Rotterdam 15 januari 2025, ECLI:NL:RBROT:2025:543 (Camera gericht op perceel van buur moet weg). 
  • Twee zaken over (on)rechtmatige perspublicatie :
  • Woo-verzoeken :
    • Rechtbank Noord-Nederland 22 november 2024, ECLI:NL:RBNNE:2024:4602 (Afwijzen immateriële schadevergoeding inzake Woo).
      Artikel : Art. 6:106 BW (r.o. 10.2.4.)
    • Rechtbank Overijssel 2 december 2024, ECLI:NL:RBOVE:2024:6393 en ECLI:NL:RBOVE:2024:6394 (Woo-verzoek. Geen concrete aanknopingspunten waaruit blijkt dat openbaarheid vergaande of buitensporige acties van (dierenrechten)activitisten te verwachten vallen).
  • Inzageverzoeken
    • Raad van State 20 december 2024, ECLI:NL:RVS:2024:5323 (Is Wpg of AVG van toepassing? Gaan we niet in een vovo behandelen. Inzage kan worden gekregen, wordt niets gearchiveerd hangende beroep).
      Artikelen : art. 27 & 28 Wpg / 15 & 16 AVG
      Kort: In hoger beroep wordt betwist of de Wet politiegegevens (Wpg) of de AVG van toepassing is, en of de minister op basis van de AVG kopieën van twee mutatierapporten aan [verzoeker] had moeten verstrekken. [verzoeker] vroeg om een voorlopige voorziening, maar deze procedure is niet bedoeld voor versnelde behandeling van hoger beroep. De voorzieningenrechter van de ABRvS vindt dat [verzoeker] inzage kan krijgen in de mutatierapporten en zijn recht op rectificatie kan uitoefenen. Er is geen spoedeisend belang, omdat de minister de mutatierapporten niet zal archiveren voordat het hoger beroep is afgehandeld.
    • Rechtbank Den Haag 17 december 2024, ECLI:NL:RBDHA:2024:21540 (Inzage. Eiser had onvoldoende aangetoond dat er meer persoonsgegevens beschikbaar waren dan dat waren verstrekt).
      Artikel: 15 AVG
    • Rechtbank Limburg 4 december 2024, ECLI:NL:RBLIM:2024:8910 (Weigeringsgrond inzage onvoldoende gemotiveerd). 
      Artikel: 25 Wpg
    • Rechtbank Limburg 4 december 2024, ECLI:NL:RBLIM:2024:8945 (Discussie over term ‘verwerken’. Deze is breder dan alleen waar men zelf verwantwoordelijk voor is.). 
      Artikel 25 Wpg.
      Kort: Onenigheid over reikwijdte van term 'verwerken'. "Verweerder meent dat hij alleen inzage dient te verlenen in gegevens waarvoor hij zelf verantwoordelijk is. Indien er politiemutaties zichtbaar zijn die met verweerder worden gedeeld en die verweerder weliswaar in kan zien, maar waarvoor hij niet verantwoordelijk is, zijn dat volgens verweerder geen gegevens die vallen onder artikel 25 van de Wpg." (r.o. 9). Dat is een te enge interpretatie (r.o. 12)
    • Rechtbank Noord-Nederland 7 januari 2025, ECLI:NL:RBNNE:2025:187 (Het AVG-verzoek verpakt als Woo-verzoek mag geweigerd worden nu minderjarige 16 jaar is en toestemming weigert). 
      Artikelen : Art. 8(1) AVG jo 5(1) UAVG15 AVG, art. 5 UAVG, art. 4.1 Wet open overheid (Woo)
  • IVR/EVR/GBA registraties
❔
Lees op de website van de Nederlandse vereniging voor Banken wat dit soort registraties zijn
    • Rechtbank Rotterdam 6 januari 2025, ECLI:NL:RBROT:2025:437 (Handhaving EVR registratie ook al was een van de gronden onjuist.).
      Artikel: Art. 5.2.1. PiFi.
      Zie met name r.o. 5.9-5.10. 
    • Rechtbank Gelderland 13 december 2024, ECLI:NL:RBGEL:2024:9241 (IVR en EVR registraties mogen blijven bestaan, vanwege opzettelijke misleiding.)
      Artikelen: art. 4.2.3 en 5.2.1 PIFI
  • Schadevergoeding
    • Rechtbank Limburg 12 december 2024, ECLI:NL:RBLIM:2024:9227 (Onrechtmatige raadpleging persoonsgegevens door gemeente, maar niet schadeplichtig).
      Artikelen: Art. 15 en 82 AVG, art. 34 UAVG, art. 1:3 Awb, art. 6:106 BW.
  • Varia
    • Rechtbank Amsterdam 15 januari 2025, ECLI:NL:RBAMS:2025:313 (WAMCA inzake Google. Beide stichtingen zijn ontvankelijk).
      Artikelen: Art. 3:305a BW, art. 1018c Rv
    • Rechtbank Gelderland 15 januari 2025, ECLI:NL:RBGEL:2025:196 (Gemachtigde in WOZ zaak hoeft niet te worden geweigerd omdat deze in andere zaken de AVG overtreedt).
      Kort: In een WOZ-zaak verzoekt de heffingsambtenaar om de gemachtigde van de belanghebbende te weigeren. Het feit dat de gemachtigde mogelijk de AVG heeft overtreden door persoonsgegevens in andere zaken te verwerken zonder toestemming van deze personen is een zaak tussen de gemachtigde en die betrokkenen, het leidt niet direct tot het oordeel dat zijn aanwezigheid in de rechtsgang ernstige schade kan toebrengen aan de rechtsbedeling (r.o. 10-12). 
    • Rechtbank Oost-Brabant 28 mei 2024, ECLI:NL:RBOBR:2024:2398 (Gegevensverwerking door de deken van de Amsterdamse orde van advocaten).
      Artikelen: Art. 15, 16, 17, 18 AVG, art. 45a(2) Advocatenwet, art. 8:29 Awb.
      Kort : De rechtbank oordeelt dat de deken zijn beslissing niet voldoende kan onderbouwen met een algemene verwijzing naar de weigeringsgrond, en moet uitleggen welk specifiek belang deze weigeringsgrond dient. Inzake verzoek over schadevergoeding (boven de EUR 25.000,-) acht de Rb. zich onbevoegd, gelet op 8:29, tweede lid, Awb.
    • Rechtbank Den Haag 18 december 2024, ECLI:NL:RBDHA:2024:21524 (Verschil oude en nieuwe tekst art. 27 Wpg levert motiveringsgebrek op).
      Artikelen: Art. 27 Wpg, art. 6:22 Awb, art. 8:29 Awb.
      Kort : Eiser heeft op basis van de Wet politiegegevens (Wpg) verzocht om inzage in de persoonsgegevens die de politie van hem verwerkt. Alleen is voor de onderbouwing van de gedeeltelijke weigering van het verzoek een verouderde tekst van artikel 27 van de Wpg geciteerd. Anders dan in de oude tekst, maakt in de nieuwe tekst een evenredigheidstoets deel uit van het wettelijk voorgeschreven afwegingskader. Dat leverde een motiveringsgebrek op dat niet gepasseerd kan worden. (r.o. 7)
    • Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 17 december 2024, ECLI:NL:GHARL:2024:7805 (Geheimhoudingszaak. Partijen waren het hierover op zitting al eens, dat BSN-nummer en geboortedata weggelakt moesten worden alsook adresgegevens).
      Artikel: Art. 8:29 Awb
    • Rechtbank Den Haag 10 januari 2025, ECLI:NL:RBDHA:2025:241 (Aanbesteding met verplichting tot aangaan verwerkersovk en onbeperkte aansprakelijkheid voor AVG schendingen is disproportioneel).
      Artikelen : art. 28 AVG, art. 1.10 Aw en voorschriften 3.9A en 3.9D Gids proportionaliteit.
      Kort: In deze procedures staat het aanbestedingsproces van de Staat der Nederlanden centraal, waarbij SoftwareONE bezwaar maakt tegen de voorwaarden die worden gesteld aan resellers. De Staat stelt dat resellers verplicht zijn een verwerkingsovereenkomst te sluiten met deelnemers die persoonsgegevens verwerken, zelfs als de reseller zelf geen toegang heeft tot die persoonsgegevens. Verder is er een eis van onbeperkte aansprakelijkheid voor schendingen van de AVG. SoftwareONE vindt deze voorwaarden disproportioneel en heeft een kort geding aangespannen tegen de Staat om de gunningsbeslissingen van de aanbestedingen tegen te houden.
      Zie uitgebreid r.o. 4.8 e.v. inzake de proportionaliteit van de constructie. Interessant is bijvoorbeeld overweging 4.10 waarin staat dat : “SoftwareOne heeft in deze procedures voldoende aannemelijk gemaakt dat de reseller het risico van het niet naleven van een verwerkersovereenkomst niet of nauwelijks kan beheersen in de gevallen waarin de reseller geen toegang heeft tot de persoonsgegevens en de vendor persoonsgegevens van de deelnemer verwerkt. SoftwareOne heeft er dat verband op gewezen dat de reseller in dat geval zelf geen persoonsgegevens verwerkt, daarbij ook geen enkele feitelijke betrokkenheid heeft, geen toegang heeft tot de software en services waarop de persoonsgegevens worden bewaard en geen toegang heeft tot de persoonsgegevens die met het gebruik van de software (door de deelnemer) worden verwerkt. De reseller heeft daardoor geen controle of invloed op: 1) hoe de deelnemer gebruik maakt van haar gebruiksrecht en 2) hoe de persoonsgegevens bij de vendor worden verwerkt, en dus ook niet op het naleven van de verwerkersovereenkomst.“ In r.o. 4.12 wordt ook uitgebreid stilgestaan bij de vraag of de onbeperkte aansprakelijkheid kan worden gehandhaafd, dat is niet zo. Kortom, de voorzieningenrechter oordeelt dat de voorwaarden dat de reseller een verwerkingsovereenkomst moet sluiten en dat de reseller onbeperkt aansprakelijk is voor schendingen van de AVG disproportioneel zijn. Dit houdt in dat de gunningsbeslissingen in de aanbestedingen niet in stand kunnen blijven en dat de Staat wordt verboden om de opdrachten definitief te gunnen (zie r.o. 4.13). 
    • Rechtbank Amsterdam 16 januari 2025, ECLI:NL:RBAMS:2025:331 & ECLI:NL:RBAMS:2025:332 (RIEC-signaal eerst getoetst daarna pas onderzoek. Geen vormverzuim).
      Kort: Strafrechtelijke onderzoek naar hypotheekfraude. E.e.a. begon met een RIEC-signaal. De verdediging heeft in beide zaken aangevoerd dat dit signaal niet had mogen worden gebruikt, omdat het teveel onjuistheden, onzorgvuldigheden en onrechtmatigheden bevatte, bijvoorbeeld onjuiste en onrechtmatige (persoons)gegevens. Dit wordt verworpen door de rechtbank. De politie heeft de informatie uit het RIEC-signaal getoetst en daarna is het onderzoek pas gestart, daarom was er geen sprake van een vormverzuim volgens de rechtbank. (r.o. 3.4.1.)

Klein uitstapje ➡️ Het begrip “een persoon wiens identiteit niet blijkt” in strafrechtelijk bewijsrecht

Soms kom je via een arrest of AG conclusie op een onderwerp waar je nog niet eerder aan had gedacht. Dat had ik bij het lezen van enkele passages uit twee conclusies van AG Keulen in strafzaken over een hennepkwekerij en de Opiumwet. Daarin ging het onder andere om de vraag naar de interpretatie van artikel 344a lid 1 Sv. 

Art. 344a lid 1 Sv Het bewijs dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, kan door de rechter niet uitsluitend of in beslissende mate worden gegrond op schriftelijke bescheiden houdende verklaringen van personen wier identiteit niet blijkt.

Maar wat maakt iemand nou een ‘persoon wier identiteit niet blijkt’? De AG overweegt het volgende (ECLI:NL:PHR:2024:1418, r.o. 29 en ECLI:NL:PHR:2024:1419, r.o. 10) : 

“Het begrip een persoon wiens identiteit niet blijkt wordt restrictief uitgelegd. Uit rechtspraak van Uw Raad volgt dat personen wier persoonsgegevens niet (volledig) zijn vermeld in het proces-verbaal waarin hun verklaringen zijn opgenomen, maar van wie vaststaat dat zij wel zodanig kunnen worden geïndividualiseerd dat de verdediging desgewenst hun verhoor als getuige door de rechter-commissaris of ter terechtzitting kan verzoeken niet als zodanig kunnen worden aangemerkt. Het komt dus aan op de vraag of de identiteit van de persoon die heeft verklaard, achterhaald kan worden” 
💡
Meer weten over dit onderwerp? Hier enkele andere arresten: ECLI:NL:HR:2016:208; ECLI:NL:HR:2015:1265; ECLI:NL:HR:2011:BQ5731; ECLI:NL:HR:2013:CA3300

👮 Er komt concept wetsvoorstel wijziging Wpg en Wsjg aan in eerste helft 2025

Een artikel in Follow the Money zorgde voor wat ophef, namelijk over het naast zich neerleggen van artikel 14 Wpg inzake bewaartermijnen door de Korpschef. De hierover gestelde Kamervragen zijn 20 januari jl. beantwoord. Daarin gaf de minister ook aan dat : 

Van een integrale herziening van de Wpg en Wjsg is dus afgezien, maar is wel ingezet op enkele noodzakelijke aanpassingen. Het daartoe strekkende wetsvoorstel zal in de eerste helft van 2025 in consultatie worden gegeven. Indien wordt vastgesteld dat daartoe juridische mogelijkheden bestaan, zal het wetsvoorstel ook voorzien in een aanpassing van artikel 14 van de Wpg (waarin de termijn voor het bewaren van verwijderde gegevens is geregeld).

🇪🇺 EDPB

🇳🇱 Autoriteit Persoonsgegevens

📣 Internetconsultaties

Dit besluit brengt geen nieuwe of andere gevolgen voor de privacy van burgers met zich mee dan die reeds uitvoerig beschreven zijn in hoofdstuk 3 van de memorie van toelichting bij de Wet invoering BSN en voorzieningen digitale overheid BES. In deze paragraaf wordt volledigheidshalve ingegaan op de privacyaspecten die specifiek samenhangen met de door dit besluit gewijzigde onderdelen (blz. 18 e.v.)
De aanleiding tot deze wetswijziging is een reeks van datalekken met fysieke postbezorging. Deze datalekken hebben ertoe geleid dat de tuchtcolleges sinds 2017 post met medische persoonsgegevens aangetekend naar partijen en per Interdepartementale Post en Koeriersdienst (IPKD) naar de leden van tuchtcolleges zijn gaan verzenden. Dit heeft echter niet alleen behoorlijke budgettaire consequenties gehad, maar heeft ook niet alle datalekken kunnen mitigeren. Er is daarom ingezet op digitalisering van het tuchtrechtelijke proces. Bovendien past het inzetten op digitalisering van het indienen en uitwisselen van stukken in de tuchtprocedure in het kader van de Wet BIG bij de toenemende digitalisering in de communicatie tussen burger en overheid, in de rechtspraak en in de gezondheidszorg. (blz 23-24 Integrale MvT wijziging Wet BIG MHAZ KF en wijziging artikel 8 en digitalisering tuchtproces )

📚 Het literatuurhoekje

Er is een nieuwe European Data Protection Law Review (EDPL) uit, met onder meer :

EDPL - European Data Protection Law Review: Volume 10 (2024), Issue 4
European Data Protection Law Review: Volume 10 (2024), Issue 4Bart van der Sloot

🎓 Promotie

dr. Max Vetzo promoveerde recent op een proefschrift over constitutioneel procesrecht. Zijn proefschrift gaat niet over het gegevensbeschermingsrecht, maar waarom ik er toch op aansla is dat de eerste twee voorbeelden van directe constitutionele toetsing die hij bespreekt, gegevensbescherming en privacyrecht zaken zijn. Het gaat dan over de wijze waarop ‘de civiele rechter een prototypische constitutionele functie uit[oefent, AB] als hij oordeelt over de verenigbaarheid van de wet met verdrags- of Unierecht.’ (blz. 29) Zoals verwacht gaat het hier om de SyRI-zaak en ook de buitenwerkingstelling van de Wet bewaarplicht telecommunicatiegegevens wordt kort besproken.

⏳
Over die Wet bewaarplicht telecommunicatiegegevens... De Herziening wet bewaarplicht telecommunicatiegegevens (dataretentie) staat (nog steeds) op het wetgevingsprogramma van de Staatssecretaris Rechtsbescherming. Er is in ieder geval weinig beweging op dit dossier sinds 2016.

🎧 Luistertip

In 'de kamer van Klok' een wekelijkse podcast over de politiek, kwam ook het openstellen en gemakkelijk doorzoekbaar maken van het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR) aan bod.

📖 Boekentip

Ik ben niet van plan om wekelijks een boekentip te geven—zo snel lees ik nou ook weer niet. Deze week wilde ik echter wijzen op het boek 'Hum' van Helen Phillips. Het verhaal begint met de hoofdpersoon May, die een ingreep ondergaat om een privacymasker in haar gezicht te laten aanbrengen. Dit masker zorgt ervoor dat gezichtsherkenningssoftware haar niet langer kan identificeren. In een wereld die doordrenkt is van hyperconnectiviteit, besluit ze samen met haar gezin een uitstapje te maken naar de Botanische Tuinen, zonder telefoons of andere apparaten. De rest zal ik niet verklappen, maar och - ik had het zo uit...

Tot volgende keer, ik neem aan met een minder lange nieuwsbrief...

Abonneer je op De Privacy Nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen in het gegevensbeschermingsrecht en schrijf je in voor de nieuwsbrief.
naam@voorbeeld.nl
Inschrijven